De eerste tip in Nederland heeft genoeg te bieden.

Nederland heeft genoeg te bieden maar wat moet je volgens de reissite The Backpackerfamily nu echt gezien en gedaan hebben in Nederland?

Deze week de Zaanse Schans.

De Zaanse Schans is een van de bekenste Nederlandse trekpleisters, Opgericht in 1961 om erfgoed uit de regio te beschermen en om bezoekers kennis te laten maken met het succes van deze streek in de achttiende en negentiende eeuw.

De Zaanse Schans een klein  dorp vol karakteristieke groene huisjes en oude molens is een bezoek meer dan waard. De Lonely Planet spreekt van een "open air windmill gallery". In de gouden eeuw en de hoogtijdagen van de Zaanse Schans waren hier 600 molens actief

Het Museum trekt vooral buitenlandse bezoeker, 90 procent van de bezoekers komt uit het buitenland. Jaarlijks trekt de Zaanse Schans meer dan twee miljoen bezoekers.

In de molens wordt hard gewerkt en is het een indrukwekkend schouwspel waarin hout gezaagd wordt of olie, meel, specerijen en kleurstoffen gemalen worden.

Niet alleen bekende merken als Verkade, Duyvis en Honig zijn afkomstig uit deze streek. Op de Zaanse Schans vind je ook een replica van het allereerste filiaal van de  Albert Heijn en produceren de aanwezige molens al eeuwen kaas en specerijen.

De dagelijkse boodschappen zijn er dan ook in overvloede te vinden. De souvenirshops doen goede zaken met de verkoop van ouderwets proviand in nostalgische verpakkingen.

Je kan de Zaanse Schans ook vanaf het water bekijken, dagelijks varen er verschillende boten via verschillende routes over de Zaan. Stap ook eens aan boord van de koeienboot. De kapitein vertelt u over de geschiedenis van de molens en de omgeving. Onderweg vaart u vlak langs de weilanden en komen de koeien dikwijls even gedag zeggen.